Het Word Wide Web
augustus 1994
Het Internet is niet alleen groot, het wordt ook dagelijks groter. Dat betekent ook dat het dagelijks lastiger wordt er de weg te vinden. Voorts wordt de informatie die via het netwerk beschikbaar is steeds veelsoortiger: niet alleen tekstbestanden, maar ook plaatjes, geluidsbestanden en bewegende beelden willen we makkelijk, liefst met niet meer dan een druk op de (muis-)knop, kunnen bekijken of beluisteren.
In de voorgaande afleveringen hebben we een aantal voorbeelden gezien van interessante dingen die er te vinden zijn op het Internet en een aantal hulpmiddelen om de weg te vinden op datzelfde Internet. In deze aflevering besteden we aandacht aan een andere manier om het Internet te onderzoeken, namelijk het World Wide Web, of WWW.
Het WWW is, zoals zoveel van deze netwerk-toepassingen, opgebouwd volgens een client-server-model. De client is daarbij een programma dat op uw PC, Macintosh of werkstation draait, ook wel WWW-viewer of -browser genoemd. De meest gebruikte client is NCSA's Mosaic, die er is in versies voor MS-Windows, de Macintosh en X-Windows. U ziet dat het voornamelijk gaat om applicaties in grafische omgevingen en dat is dan ook meteen één van de belangrijkste verschillen met vergelijkbare zaken als Gopher: het WWW is sterk grafisch georiënteerd. Er zijn overigens wel tekst-georiënteerde WWW-browsers, maar daarmee mist u een aantal van de toepassingen die WWW zo aantrekkelijk maken.
De servers in het WWW bevatten in het algemeen documenten ofwel zogenaamde `pages'. Zo'n document op een WWW-server kan gewone tekst bevatten, maar binnen die tekst kunnen nu ook plaatjes, geluidsfiles, filmpjes en eigenlijk alles wat u maar kunt bedenken, opgenomen zijn. En verder bevatten deze documenten doorgaans `hypertext-links'. Een hypertext-link is een woord of ander deel van het document, waaraan door de auteur van de pagina een verwijzing naar een ander WWW-document, een plaatje of iets dergelijks is gekoppeld. De hypertext-link kunt u tijdens het bekijken van een document herkennen aan het feit dat het woord bijvoorbeeld onderstreept of in een andere kleur is weergegeven. Het leuke van zo'n link is dat u er maar op hoeft te klikken en direct wordt doorverbonden met het volgende document. Dat gekoppelde document kan zich bevinden op dezelfde file server, maar kan ook op een server aan de andere kant van de wereld staan; het is tenslotte een netwerk-toepassing, nietwaar?
Sommige van deze links zullen overigens weer verwijzen naar Gopher-, FTP- of X.500-servers, want ook die kan de WWW-client zonder moeite aan.
Benodigde hard- en software
Allereerst moet u computer natuurlijk aangesloten zijn op het RUUnet/2 en daarmee op het Internet. Het volgende dat u nodig hebt, is een WWW-client. Zoals gezegd kunt u daarvoor NCSA's Mosaic gebruiken. De Macintosh- en MS-Windows-versies van dat programma zijn te vinden op de anonymous FTP-server van het ACCU, ftp.cc.ruu.nl, in de directory `/pub/www'. Voor deze Macintosh- en MS-Windows-versies is het verder nodig dat u wat ondersteunende programmatuur geïnstalleerd hebt, respectievelijk MacTCP en Winsockets. De X-Windows-versie van het programma kunt u vinden op de anonymous FTP-server van SURFnet: ftp.nic.surfnet.nl. In `/mirror-archive/software/www/ncsa-mosaic/Unix/binaries' vindt u een aantal reeds gecompileerde versies van het programma voor verschillende UNIX-platforms.
Viewers
Het Mosaic-programma kan standaard overweg met WWW-documenten, Gopher-menu's, FTP-servers e.d. In de WWW-documenten mogen tekst, hypertext-verwijzingen en plaatjes voorkomen (zie bijvoorbeeld het universitaire logo in de ACCU Home-page). Maar niet alle typen worden standaard verwerkt door Mosaic. Voor een aantal types wordt een extern programma (een zogeheten `viewer') gestart. Dit heeft als voordeel dat het bijzonder eenvoudig is om het WWW uit te breiden met nieuwe types gegevensbestanden en dat iedereen kan kiezen voor de types die hij of zij nodig heeft. Het nadeel van het gebruik van externe viewers is dat u voor alle types informatie die u wilt kunnen gebruiken, zelf een viewer moet installeren. Wanneer u dus op een gegeven moment plaatjes tegenkomt die in JPEG-formaat staan, moet u eerst een JPEG-viewer op uw werkstation installeren om deze plaatjes te kunnen bekijken. Voor MS-Windows en de Macintosh is een aantal van die viewers ook te vinden op de FTP-server van het ACCU.Kies de directory van het betreffende systeem gevolgd door de directoy /viewers'. Hier vindt u onder andere viewers voor plaatjes en bewegende beelden. Houd er wel rekening mee dat weliswaar allerhande plaatjes en filmpjes » beschikbaar zijn, maar dat dit vaak wel grote bestanden zijn. U kunt ze dus wel makkelijk met een druk op de knop opvragen, maar voordat het beeld over de oceaan getransporteerd en op uw PC aangekomen is, hebt u wel even zitten wachten.
Servers
U hebt niets aan een client zonder server. Aangezien er in het WWW onderling veel verwijzingen liggen, zijn er een hoop verschillende punten om `in te stappen'. Een goed begin is de WWW-server van het ACCU. Dat is een, voorlopig nog experimentele, server met verwijzingen naar vele interessante vindplaatsen van informatie. Als u direct wilt beginnen op een andere server, dan kunt u dat doen door met een zogenaamde URL aan te geven welke server u wilt gebruiken. Een URL is een Uniform Resource Locator en geeft type en plaats aan van bijvoorbeeld een WWW-document of een Gopher-server. De clients die u van de anonymous FTP-server van het ACCU ophaalt, staan bijvoorbeeld standaard zo geconfigureerd dat de URL wijst naar `http://www.ruu.nl/Home.html', de `Home-page' van het ACCU. Http staat voor HyperText Transmission Protocol en de rest van de URL bestaat uit de machinenaam en de filenaam van het document. Als onderdeel van deze Home-page zult u onder andere een verwijzing zien naar de NOS Teletekst-pagina's. Via de Technische Universiteit Eindhoven worden alle Teletekstpagina's van de televisie geplukt en zo bewerkt dat u ze via WWW kunt bekijken. Ze zijn dan weliswaar niet helemaal up-to-date en u moet er uw aan- en verkopen op de beurs niet door laten leiden, maar voor het overgrote deel van de pagina's is de actualiteit meer dan voldoende. Mooie satelliet-foto's en weerplaatjes zijn te vinden bij `http://rs560.cl.msu.edu/weather/. In de MS-Windows-versie zijn zeer veel bestemmingen al opgenomen in de meegeleverde configuratie-file mosaic.ini. Daardoor kunt u in de menubalk via de optie `Starting Points' een aantal veel gebruikte WWW-servers vinden. Een handige manier om er snel achter te komen welke informatie allemaal beschikbaar is. Het CERN in Geneve heeft een WEB-overview, dat te vinden is via de menu-opties: `Starting Points/World Wide Web Info/Web Overview'. In de Macintosh-versie is in het menu `Navigate' een optie `Network Starting Points' opgenomen, waar u ook een verwijzing naar dat WEB-overview zult aantreffen. Ongetwijfeld zult u bij uw expedities over het Internet nog vele andere interessante plaatsen aandoen. De interessante ontdekkingen die u doet, kunt u toevoegen aan uw `hotlist', zodat u ze de volgende keer dat u Mosaic gebruikt onder handbereik hebt. Via het menu `Navigate' en de optie `Add current to hotlist' in de MS-Windows-versie (`Hotlist/Add this document' in de Macintosh-versie) voegt u het huidige document toe aan die hotlist.
Hulp en informatie
Met vragen over het World Wide Web, Mosaic en andere netwerkdiensten kunt u terecht bij uw lokale netwerkondersteuner, of bij de medewerkers van de groep Gebruikersondersteuning Netwerkdiensten van het ACCU, telefoon 534403, E-mail Dit e-mail adres is beschermd tegen spambots, u heeft Javascript nodig om het te kunnen zien. _____________________________________________________________
Werkplekondersteuning/ ACCU / Dit e-mail adres is beschermd tegen spambots, u heeft Javascript nodig om het te kunnen zien.